Lumumba demythologiseren

Moet België gelaakt worden omdat het de enige koloniale mogendheid zou zijn die geen staatsmannen van haar vroegere kolonie eert? Maar is er dan wel één Congolees staatsman of vrijheidsstrijder die in België in aanmerking komt voor een dergelijke eer? Patrice Lumumba, de enige die sommigen meteen te binnen schiet, zou niet eens op de lijst van gegadigden mogen voorkomen, voor zover het al mogelijk zou zijn een dergelijke lijst op te stellen. Lumumba weerhouden omdat hij de vader zou zijn van de onafhankelijkheid van Congo? Ere wie ere toekomt; de eerste om de onafhankelijkheid te bedingen, en te bekomen, was niet Lumumba maar Joseph Kasavubu.

Hoe komt het dan dat zovele Congolezen, en ook Belgen, Patrice Lumumba vereren? En is deze verering verantwoord?

De voor de Belgen beledigende toespraak van Lumumba op 30 juni 1960 op de dag van de onafhankelijkheid en vooral zijn moord maakten van hem een martelaar, een held en een mythe! Alleen daarom kan hij vereerd worden.

Uiteraard kan niets het verschrikkelijke lot rechtvaardigen dat hem en zijn lotgenoten te beurt viel. Elkeen heeft recht op een eerlijk proces, welke misdaden hij ook moge gepleegd hebben. En indien het toch tot een proces had kunnen komen, dan zou Lumumba zonder enige twijfel ter dood zijn veroordeeld voor de slachting van duizenden Congolezen in de Kasai en Katanga.

Zelfs al had hij geen met de dood strafbare misdaden gepleegd, dan zou hij toch, lang voor het aflopen van zijn mandaat, voor onbekwaamheid op democratische wijze zijn uitgeschakeld.

Zowel vanuit wettelijk als politiek standpunt was zijn moord een monumentale blunder.

Ironisch genoeg zijn het uitgerekend de rechtstreeks verantwoordelijken voor zijn dood die, om de schuld van zich af te schuiven, er een mythe van maakten. En, zoals alle mythes, is die hardnekkiger dan de Geschiedenis.

Hoe valt te verklaren dat deze man, die op het eerste gezicht voorbestemd leek om een staatsman te worden, zowel op nationaal als op regionaal vlak, de hoofdverantwoordelijke werd voor de puinhoop waarin Congo zich nu, haast zestig jaar na de onafhankelijkheid, nog steeds bevindt,?

Waarom Lumumba vereren ?

Hij was niet de vader van Congo’s onafhankelijkheid. De eerste die erom vroeg en ze ook bekwam, was Joseph Kasavubu.

Aan de eerlijkheid van Lumumba mag getwijfeld worden. Als postbediende in Stanleystad werd hij in 1956 veroordeeld wegens verduistering van gelden. Men zou dit kunnen beschouwen als een daad van verzet tegen de koloniale onderdrukker, ware het niet dat de gedupeerden vooral Congolese spaarders waren. Later, door het vervalsen van een uitspraak van zijn rivaal Kasavubu, zal hij de kiezers van de Abako er toe aanzetten om zich massaal aan te sluiten bij de MNC.

Zijn dictatoriale houding en zijn waanzinnige demagogische beloftes, die hem terecht werden verweten door de stichtende leden van het onafhankelijke Congo, zullen het land in de chaos storten. Roekeloos en gewetenloos als hij was, wordt hij vlug in de steek gelaten, zelfs door zijn meest vooraanstaande vrienden.

De politieke steun die hij in het land genoot was verre van massaal. Na de algemene verkiezingen van 1959 verkreeg de MNC, trouwens niet zonder onregelmatigheden, amper 30% van de stemmen. In de Oost-Provincie verkreeg hij de absolute meerderheid, maar overal elders waren de resultaten eerder middelmatig. In de Kamer behaalde hij 41 zetels van de 137.

Door zijn chaotisch gedrag en zijn dagelijks improviseren verloor hij vlug de controle over het land. Nog maar net aan de macht klagen de oppositie, de vakbonden en de Kerk zijn onbekwaamheid aan. Meer dan twee derden van de afgevaardigden van zijn eigen partij zullen zich publiekelijk van hem distantiëren.

Zijn reëel redenaarstalent werd slecht benut. Al naargelang het publiek waren zijn toespraken totaal verschillend. Voor een apostel van de geweldloosheid waren het vooral zijn vlammende redevoeringen en de daardoor gewekte dwaze verwachtingen die leidden tot ongehoorde gewelddaden en moorden op honderden Belgen. De redevoeringen waarin hij zijn politieke tegenstanders aanpakte veroorzaakten ongeregeldheden in het ganse land die duizenden Congolezen het leven kostten. Met zijn charisma en overtuigingskracht had hij de gewelddaden tegen de Belgen en zijn landgenoten kunnen doen ophouden, maar uitgerekend dan deed hij er het zwijgen toe.

Wanneer Albert Kalonji in augustus 1960 de afscheiding van Zuid-Kasai uitriep, beval Lumumba een offensief tegen Bakwanga. De operatie kostte het leven aan duizenden mannen, vrouwen en kinderen. Een slachtpartij door de Secretaris Generaal van de Verenigde Naties bestempeld als een poging tot volkerenmoord. De hoofdverantwoordelijke was ongetwijfeld stafchef, kolonel Mobutu. Maar Lumumba, in zijn hoedanigheid van eerste minister en minister van defensie, droeg er op zijn minst de politieke verantwoordelijkheid voor. Ongetwijfeld op de hoogte van de slachtpartij ondernam hij niets om deze te doen ophouden noch te veroordelen. Met de grove leugen dat hij op dat moment in het buitenland was, en dus niet op de hoogte kon zijn, vergrootte hij alleen maar zijn aansprakelijkheid.

Zelfs na zijn dood moet Lumumba verantwoordelijk worden geacht voor de dood van duizenden Congolezen en honderden blanken tijdens de opstanden midden de jaren zestig. Aanspraak makend op zijn politieke nalatenschap begingen zijn volgelingen de vreselijkste folteringen in de gebieden onder hun controle. Intellectuelen en al degenen waarvan de levensstandaard ietwat boven die van de gemiddelde bevolking uitstak, werden systematisch uitgeroeid.

Door onwetendheid of onder het juk van derdewereldideeën onderschatte hij het belang van de clan, misschien wel de voornaamste oorzaak van zijn ondergang. Hij dacht te worden aanzien als Congolese nationalist, maar in werkelijkheid werd hij gezien als een Tetela. Minder dan een week na de onafhankelijkheid was het naar hem dat de muiters van de Force Publique, samengesteld uit sterke etnische groepen, op zoek gingen om hem te doden.

Door zijn onstuimigheid verloor hij zelfs zijn internationale steun. Zijn mentor, Kwame Nkrumah, president van Ghana, waarschuwde hem: “ Indien u faalt, kan u het alleen maar uzelf verwijten… Uw mislukking zal een zware slag toebrengen aan de Afrikaanse bevrijdingsbeweging …Uw politiek om uw tegenstanders nu reeds uit te schakelen, zal falen …”.

Slotwoord en verzachtende omstandigheden

Beweren dat Lumumba geen enkele verantwoordelijkheid draagt voor zijn eigen ondergang, hoort thuis in het domein van de amnesie.

Begrip kan opgebracht worden voor Congolezen die een van de vaderen van hun onafhankelijkheid willen eren met standbeelden of straatnamen. Maar wat denken de nakomelingen van zijn duizenden slachtoffers daar misschien van?

Het is ook niet uitgesloten dat door de verering van Lumumba, de Congolezen hun eigen verantwoordelijkheid voor zijn dood proberen te verdoezelen. Het zijn immers wel degelijk Congolezen die Lumumba doelbewust naar een plaats stuurden waar hem een gewisse dood wachtte.

Men mag dan al beweren dat daartoe externe druk werd uitgeoefend, de Congolezen waren toen reeds onafhankelijk en droegen dus de volledige verantwoordelijkheid voor hun daden.

Voor vele Congolezen is zijn enige verdienste dat hij de eerste Eerste Minister was. Een eerste ministerschap van zeer korte duur, maar niettemin met dramatische gevolgen voor het land.

Patrice Lumumba in België eren op welke wijze dan ook is een grove miskenning van zijn misschien onrechtstreekse maar alleszins onbetwistbare verantwoordelijkheid voor de dood en mishandeling van honderden Belgen.

België draagt inderdaad een “ morele verantwoordelijkheid ” voor zijn dood, net zoals voor de chaos waarin het land stortte na zijn onafhankelijkheid. België is immers verantwoordelijk voor de inderhaast toegekende ontvoogding, zonder daarin rekening te houden met het advies van de koloniale overheid. Een terugtrekking, gespreid over vier of vijf jaar, had kunnen voorkomen dat het beheer van Congo moest worden overgelaten aan een politieke klasse die daarvoor nog niet rijp was. Vier of vijf jaar moed van onzentwege, en even veel geduld vanwege de Congolezen, had van Congo een van de meest welvarende landen van Afrika gemaakt, misschien wel het meest welvarende.

Patrice Lumumba werd een van de slachtoffers van deze volstrekt onverantwoorde overhaast. Maar hij was eveneens het slachtoffer van de koude oorlog. De mythe Lumumba werd het gedroomde symbool van de Derde Wereldpropagandisten tegen het Westerse imperialisme.

Robert Devriese